Zo maak je je huisstijl toegankelijker voor iedereen

Kennis
Op een donkere achtergrond liggen gekleurde vilten letters in de volgorde van het alfabet.

Toegankelijke communicatie draait om het zichtbaar en begrijpelijk maken van je (online) boodschap voor iedereen, inclusief mensen met beperkingen. Daarin vormt je huisstijl het fundament. Of, zoals Guus Janssen, Adviseur Toegankelijkheid bij Stichting Accessibility, het verwoordt: ‘Huisstijl is de basis, dus als dat niet toegankelijk is, ga je al nat.’ In dit artikel legt hij uit hoe je er met een goede (lees: toegankelijke) huisstijl voor kunt zorgen dat jouw communicatie, van digitale media tot printmateriaal, toegankelijk is voor iedereen.

Kleurgebruik en kleurcontrast 

Zorg voor voldoende contrast tussen de kleuren die je gebruikt. Dit helpt mensen met visuele beperkingen, zoals kleurenblindheid, om je materiaal beter te zien. Gebruik voor het vaststellen van de kleuren van jouw huisstijl kleurenschema's met een voldoende helderheidsverschil. Contrast kun je vaststellen aan de hand van de contrastratio. Binnen de WCAG 2.2 (niveau AA) moet het contrast bij tekst minstens 4,5:1 zijn. Is de tekst groter dan 18 punt (= 24 pixels) of 14 punt (= 18,66 pixels) in combinatie met dik gedrukt, dan dient het contrast ten minste 3:1 te zijn.

Wil je een snelle en simpele check op contrast? Druk je materiaal af in zwart-wit. Als de grijstinten van je kleuren te dicht bij elkaar liggen, is er onvoldoende contrast en moet je je kleuren aanpassen. 

Er zijn ook verschillende online tools beschikbaar, zoals die van TPGI, waarmee je kunt controleren of je kleurenpalet voldoende contrast biedt. Sommige applicaties of software bieden ingebouwde contrastcheckers aan, zoals Adobe van de pdf’s, en internetbrowser Firefox.

Lettertype en lettergrootte

Gebruik schreefloze lettertypes, zoals Calibri of Arial, die zijn over het algemeen makkelijker te lezen. Zorg ook dat de letters groot genoeg zijn, minimaal 12 punten, zodat ook mensen met een verminderd gezichtsvermogen de tekst goed kunnen lezen. Een effectieve en makkelijke manier om te onderzoeken of een lettertype goed leesbaar is, is door je materiaal in verschillende lettergroottes te printen, en het te laten testen door oudere familieleden of vrienden. Zo krijg je een goed beeld van hoe leesbaar je materiaal is voor verschillende doelgroepen.

Regelafstand 

Zorg voor voldoende ruimte tussen de regels. Regelafstand 1.5 is een goede richtlijn. Daarmee verbeter je de leesbaarheid en je maakt je boodschap overzichtelijker. 

Materiaalkeuze in printmateriaal

Breng je jouw communicatieboodschap over via printmateriaal zoals brieven, folders en boeken? Dan is het belangrijk om de juiste keuzes voor dit materiaal te maken. Dat helpt jou om een een zo breed mogelijk publiek te bereiken. Voor printmateriaal is het goed om rekening te houden met de papiersoort. Het is belangrijk dat het papier niet te dun, en het mag niet te glad, omdat dat lastig bladert, bijvoorbeeld voor mensen met een motorische beperking. Te glad papier kan ook een schittering veroorzaken waardoor mensen met een visuele beperking het document niet goed kunnen lezen. Kies dus bij voorkeur voor mat of half-mat papier.

Van kennis en bewustwording naar toepassing in de praktijk

In dit artikel deelt Guus zijn kennis over toegankelijkheid. Maar voor een succesvolle toepassing van deze kennis in je organisatie, is bewustwording net zo belangrijk: ‘Ik zie toegankelijkheid niet als een holistisch begrip. Het gaat niet alleen over lettertypes en kleur, maar over de intrinsieke motivatie om te kiezen voor die kleurcombinatie, of dat lettertype. Ik merk dat het belangrijk is om dit bewustzijn ook mee te geven aan managers en hun teams. Hoe ga je met deze kennis aan de slag? Begrijpt iedereen waarom deze kennis belangrijk is voor de eigen organisatie? Misschien heb je nog meer kennis nodig? Het begint bij bewustwording en vaardigheid. Daarna ga je met toegankelijkheid aan de slag. Met als doel toegankelijke producten en diensten, waarmee je aan de EAA-wetgeving voldoet. En waarmee je verder werkt aan een inclusieve organisatie.’