3 tips: waar kijk je naar als het gaat om de toegankelijkheid van een openbare ruimte

Kennis
kruispunt in Amsterdam waarop je een tramlijn, fietspad, weg en weggebruikers afbeeld ziet

Het woord openbaar zegt het al: een openbare ruimte moet door iedereen gebruikt kunnen worden. Dit houdt in dat de ruimte toegankelijk moet zijn; dat iedereen zich er welkom moet voelen. In de praktijk blijkt dit helaas vaak nog niet het geval te zijn.  

 

Idealiter begint het al bij het ontwerp. Als daarin op een inclusieve manier te werk is gegaan, dan kan die ruimte door iedereen worden gebruikt. Speelt het oorspronkelijke ontwerp van een bestaande openbare ruimte hier niet op in, dan zijn er verschillende zaken waarmee je rekening kunt houden om de toegankelijkheid van die locatie onder de loep te nemen.  

 

We helpen je op weg met drie belangrijke tips. Ze helpen je om de toegankelijkheid van een bestaande openbare ruimte inzichtelijk te maken en te verbeteren. Ook spelen ze een grote rol als je nog in de ontwerpfase zit.   

Tip 1: Doel van de ruimte 

Om het doel van de ruimte te kunnen bepalen, stel je jezelf allereerst de volgende vragen: 

  • Waarvoor wordt de ruimte gebruikt? Is het een plek waar mensen doorheen moeten of waar zij moeten verblijven? 
  • Welke weggebruiker is nu eigenlijk de hoofdgebruiker? Is dat de auto, fiets, voetganger of iets anders zoals de tram? 
  • Welke structuur moet je aanbieden? Denk aan: gescheiden banen of juist niet, oriëntatiepunten en routes. 
  • Welke faciliteiten moeten geboden worden? Denk aan: oversteekplaatsen, voetgangerszones, fietsstroken en fietspaden. 

Afhankelijk van de antwoorden kun jij jouw ontwerp of bestaande situatie hierop aanpassen. 

Een voorbeeld: wanneer je een winkelgebied inricht, kan dit een verblijfsruimte zijn waar mensen rustig rondlopen en gezellig een terrasje pakken. Hier zet je de voetganger dus voorop en de auto en fiets zijn te gast, als ze überhaupt al toegestaan zijn. Hoewel je ruimte wil geven aan alle gebruikers, is het met name voor mensen die niet (goed) kunnen zien belangrijk voldoende oriëntatiepunten en routes aan te brengen. 

Bij een ringweg is het anders. Dit is geen verblijfsgebied. Hier staat de auto voorop en er ligt misschien ook een fietsroute langs. Hier zal je eerder kiezen voor gescheiden banen om alle gebruikers veilig van A naar B te helpen. 

Beide inrichtingsvraagstukken dienen een ander doel en hebben daarom een andere aanpak nodig.  

Tip 2: Overzicht en veiligheid 

Als je weet welk doel de ruimte moet hebben, dan kijk je vervolgens nog eens goed naar wie de verkeersdeelnemers zijn in die ruimte. Gemiddeld genomen zijn dat drie groepen, namelijk voetgangers, fietsers en auto’s.  

Je wil uiteraard alle aanwezige gebruikersgroepen de mogelijkheid geven om zich veilig door de ruimte te verplaatsen. Om dit voor elkaar te krijgen is overzicht en veilige ruimte nodig.  

  • Overzicht hebben houdt in dat men zich kan oriënteren in de ruimte ten opzichte van anderen.  
  • Veilige ruimte is een plek waar men geen andere gebruiker tegenkomt. 

Veilige ruimte 

In de praktijk zie je veilige ruimte terug in een stuk structuur. Dit kan door de ‘klassieke’ indeling met stoepen, paden en wegen, maar ook door bijvoorbeeld het afschermen van specifieke plekken. Afscheiden kan met bloembakken of andere objecten die een overgang aangeven tussen een veilige ruimte en de rest van het gebied. Dit is een goede manier om specifieke verkeersgroepen - op bepaalde delen van de openbare ruimte - op een natuurlijke manier te weren. 

Oriëntatiepunten  

Elke ruimte heeft oriëntatiepunten nodig. In openbare ruimtes, waarin verschillende gebruikers zich verplaatsen, zijn ze van groot belang om ruimtes toegankelijk te laten zijn voor mensen met een beperking. Met name voor mensen die niet (goed) kunnen zien. 

Deze oriëntatiepunten moeten voelbaar en zichtbaar zijn en zo mogelijk ook in gehoor te onderscheiden zijn. Het is sterk af te raden om enkel met zichtbare overgangen en afscheidingen te werken die niet voelbaar zijn, omdat ze niet door iedereen waar te nemen zijn. Een ruimte die enkel vlak is zonder andere voelbare oriëntatiepunten, zoals een stoeprand of borderrand, maakt het voor een grote doelgroep erg lastig om de ruimte te kunnen gebruiken. 

De oplossing is zeker niet om overal maar gewoon geleidelijnen neer te leggen. Een goed ingerichte ruimte heeft geen of maar heel weinig van dit soort lijnen nodig. 

Het is raadzaam om vakkundig advies in te winnen als je gaat kijken naar hoe je de verkeersdeelnemers veilig van de ruimte gebruik kunt laten maken. Zeker wanneer het openbaar vervoer ook deel uitmaakt van de ruimte. Dit maakt een ruimte natuurlijk een stuk complexer. 

Tip 3: Betrek zowel de expert als de gebruiker 

De belangrijkste tip als laatste: de gebruiker van de ruimte bepaalt uiteindelijk hoe deze ruimte gebruikt gaat worden.  

Dit brengt twee aandachtspunten met zich mee: 

  • De inrichting moet passen bij wat de gebruiker ermee wil 
  • De inrichting moet wenselijk gedrag uitlokken 

Het is daarom verstandig om - naast een adviseur (toegankelijkheidsexpert) - ook de gebruiker te betrekken in het ontwerpproces. Zo geef je het ontwerp een grotere kans van slagen. Dit kan in de vorm van een gebruikersonderzoek, waarin ervaringsdeskundigen de toekomstige of huidige situatie bekijken vanuit hun wensen en ervaring. Dat levert waardevolle informatie op. Je toetst daarmee of de ruimte past bij wat de gebruiker ermee wil én checkt of de ruimte het gedrag uitlokt dat je voor ogen hebt. 

Ook als je niet in het ontwerpproces zit, maar de toegankelijkheid van je bestaande openbare ruimte inzichtelijk wilt maken en verbeteren, is het aan te raden om er zowel een expert als een groep ervaringsdeskundigen bij te betrekken. 

Het gebeurt nog veel te vaak dat openbare ruimtes - ondanks veel inspanning - niet (volledig) toegankelijk zijn. Door een expert te betrekken krijg je inzicht in de landelijke richtlijnen en ontvang je handvatten om elke situatie zo toegankelijk mogelijk te maken. Ook als het gaat om bestaande openbare ruimtes, draagt de kennis en ervaring van een expert bij aan het doorvoeren van verbeteringen. 

In de praktijk zien wij dat hoe eerder je in een project een toegankelijkheidsexpert betrekt, hoe makkelijker (en mooier) het ontwerp toegankelijk te maken is. Accessibility kan helpen bij het gebruikersonderzoek en heeft experts toegankelijkheid in dienst. We helpen je graag bij het indelen van de ruimte! 

Contact

Portret Steven Dekker

Ook jouw openbare ruimte voor iedereen toegankelijk maken?

Steven Dekker