Taalniveaus
Wat wordt verstaan onder taalvaardigheid?
Taalvaardigheid verwijst naar het vermogen om een taal goed te spreken, te begrijpen, te lezen en te schrijven. Het omvat zowel mondelinge als schriftelijke vaardigheden. Een ander woord voor taalvaardigheid is taalbeheersing.
Vergelijking taalniveaus
In Nederland worden twee referentiekaders gebruikt om taalvaardigheid te meten:
- Voor Nederlandstaligen worden de Standaarden en eindterm volwasseneducatie (ve) gebruikt. Deze taalniveaus lopen op in moeilijkheid: Instroom, 1F, 2F, 3F en 4F.
- Voor anderstaligen wordt het Common European Framework for Languages (CEFR; ook wel ERK-raamwerk of Raamwerk NT2) gebruikt. Deze taalniveaus lopen ook op in moeilijkheid: A1, A2, B1, B2, C1, C2.
Sterk vergelijkbaar, maar niet hetzelfde
Deze twee referentiekaders worden vaak door elkaar gebruikt. Ze zijn echter niet helemaal hetzelfde. Dit komt omdat ze voor verschillende doelgroepen zijn: Nederlandstaligen en anderstaligen. Nederlandstaligen zijn opgegroeid in Nederland. Daardoor hebben ze in de opvoeding meer woorden geleerd en zijn ze beter bekend met Nederlandse gewoontes dan anderstaligen.
A1 | A2 | B1 | B2 | C1 | C2 | |
Europees referentiekader (anderstaligen) | Inburgering | Staatsexamen 1 | Staatsexamen 2 | |||
Instroom | 1F | 2F | 3F | 4F | ||
Standaard en eindterm ve (Nederlandstaligen) | Eind basisschool | Eind VMBO / MBO 2-3 | Eind HAVO / MBO 4 | VWO |
(Bron: Stichting Lezen en Schrijven, 2017)
Europees referentiekader
Het Europees Referentiekader (ERK) is algemeen geaccepteerd als de meetlat voor het leesniveau van teksten en andere taaluitingen. Het ERK onderscheidt zes niveaus:
A1: Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.
A2: Ik kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
B1: Ik kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse, of aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen.
B2: Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een bepaalde houding of standpunt innemen. Ik kan eigentijds literair proza begrijpen.
C1: Ik kan lange en complexe feitelijke en literaire teksten begrijpen, en het gebruik van verschillende stijlen waarderen. Ik kan gespecialiseerde artikelen en lange technische instructies begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op mijn terrein.
C2: Ik kan moeiteloos vrijwel alle vormen van de geschreven taal lezen, inclusief abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten, zoals handleidingen, specialistische artikelen en literaire werken.
(Bron: SLO, 2015)
Bronnen
Council of Europe. (2001). Common European Framework of Reference for Languages: Learning, teaching, assessment. Cambridge: CUP / Council of Europe.
Fasoglio, D., Jong, K. de, Trimbos, B., Tuin, D., & Beeker, A. (2015). Taalprofielen 2015: herziene versie van Taalprofielen 2004. Enschede: SLO.
Stichting lezen en schrijven (2017). Kennisblad: Verschillen in niveau-aanduidingen voor Nederlandstaligen en anderstaligen. URL: Microsoft Word - 20170518_Verschil in niveau-aanduidingen Nederlandstaligen en anderstaligen_DEF.docx (lezenenschrijven.nl)
Van Zwieten, M. (2021, 23 juni). Taalniveaus: Zo zorg je dat iedereen tekst in 10 seconden begrijpt. Loo van Eck. Geraadpleegd op 23 juli 2024, van Boekje: Taalniveaus | LVE.
Contact
Ook jouw digitale communicatie voor iedereen toegankelijk maken?